Wetgeving
Samengevat:
Trikes en velomobielen op spierkracht zijn Rijwielen. Dit is min of meer hetzelfde als Fietsen, maar niet helemaal.
In Europa is de plaats van tweewielers (fietsen) op het fietspad. Trikes en velomobielen (rijwielen) horen op de rijbaan, maar mogen op fietspad. Behalve in Belgie: in een 50 km/u context mogen velomobielen kiezen tussen rijbaan en fietspad, daarbuiten moeten ze op fietspad indien berijdbaar.
Trikes en velomobielen met een zithoogte onder de 40cm met een hulpmotor blijven rijwielen. Snelheid en vermogen worden niet specifiek beperkt maar houden we in dezelfde grootteorde als de sportaangedreven versie.
Verzekeringen zijn niet verplicht maar een pech- en rechtsbijstandsverzekering is aan te raden.
Fietsen, trikes en velomobielen zijn 100% aftrekbaar en krijgen fietsvergoeding (ook met hulpmotor).
Categorie:
Trikes en velomobielen op spierkracht zijn Rijwielen. Dit is min of meer hetzelfde als Fietsen maar niet helemaal.
We mogen er een motor in zetten zolang het een hulpmotor is:
Volgens de Europese wetgeving inzake voertuigcategoriën verandert de toevoeging van een hulpmotor aan een rijwiel de categorie in 'gemotoriseerd rijwiel' behalve in twee gevallen:
a/ elektrische fiets < 25 km/u ( (EU) Nr. 168/2013 Hst I, Art. 2 §2 h)]
b/ 3- en 4wielers met een zithoogte onder de 40 cm (EU) Nr. 168/2013 Hst I, Art. 2 §2 k)
De achterliggende logica is dat men de eigenschappen van dergelijke snelfietsen niet intrinsiek wijzigt.
Volgens (EU) Nr. 168/2013 Hst I, Art. 2 §2 k blijven de eWAW en de etrikes dus in de categorie rijwielen ondanks de toevoeging van een hulpmotor. Dit betekent dat ze op het vlak van technische specificaties (wat nationale materie is) en de wegcode (bij ons regionale materie) aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen als een elk rijwiel (fiets of pedelec 25 km/u).
De nationale wetgever kan voor een bepaald type rijwiel nog specifieke technische eisen opleggen, bv. over reflectoren, afmetingen...
In de huidige jurisprudentie mag een hulpmotor zeker niet met een 'gashendel' uitgerust zijn. De werking moet een gevolg zijn van het trappen, dus via trapsensor.
Vermogen en snelheid worden niet nader gedefinieerd binnen paragraaf §2 k, maar het lijkt ons zinnig aan te nemen dat een elektrische hulpmotor het vermogen en de snelheid van de biologische hoofdmotor niet overtreft, anders is het geen hulpmotor meer maar een hoofdmotor. Dus beperken we de hulpmotor af fabriek tot 45 km/u, het geen een normale snelheid is voor een snel geconfigureerde, sportaangedreven WAW. Ook het vermogen valt ruim binnen het menselijke bereik.
Het heeft immers in de praktijk weinig zin om de WAW nog sneller te maken. Een acceleratiehulp voegen we toe om het comfort, de gebruiksvriendelijkheid en de bedrijfszekerheid te vergroten., niet om nog sneller te rijden.
Om zeker te zijn dat de eWAW een rijwiel is wordt sporadisch een attest gevraagd van de constructeur met de specificatie van het r-punt. Dit vindt u hier.
Voetnoten:
De term fiets is een lokale term voor een tweewielig enkelsporig rijwiel (cycle) maar is in deze geen voertuigcategorie op zich.
Voor TWEEwielers zit het anders in elkaar. Elektrische tweewielers met een zithoogte hoger dan 54 cm (zoals de eROZA) zijn een Pedelec. De hulpmotor is beperkt tot 25 km/u. De fiets niet...
Speed Pedelecs zijn per wettelijke definitie TWEEwielers met ondersteuning tot 45 km/u. Drie- en vierwielers kunnen nooit Speed Pedelecs zijn.
Wat we hier "lage drie- en vierwielers" noemen zijn in de Europese verordening: "voertuigen uitgerust met een bestuurderszitplaats waarvan de hoogte van een R-punt ≤ 540 mm voor de categorieën L1e, L3e en L4e of ≤ 400 mm voor d e categorieën L2e, L5e, L6e en L7e."
L2e is de categorie waar de elektrische velomobiel en trike zouden toe behoren mochten ze er niet van uitgezonderd zijn. [L1e-L7e Alle voertuigen van categorie L (1) lengte ≤ 4 000 mm of ≤ 3 000 mm voor een L6e-B-voertuig of ≤ 3 700 mm voor een L7e-C-voertuig, en (2) breedte ≤ 2 000 mm of ≤ 1 000 mm voor een L1e-voertuig of ≤ 1 500 mm voor een L6e-B- of een L7e-C-voertuig, en (3) hoogte ≤ 2 500 mm, en 4) drie wielen en aangedreven door een aandrijving als vermeld in artikel 4, lid 3, en (5) cilinderinhoud ≤ 50 cm3 als een inwendige PI-verbrandingsmotor of cilinderinhoud ≤ 500 cm3 als een CI-verbrandingsmotor deel uitmaakt van de aandrijvingsconfiguratie van het voertuig, en (6) door de constructie bepaalde maximumsnelheid van het voertuig ≤ 45 km/h, en (7) nominaal continu maximumvermogen of nettomaximumvermogen ( 1 ) ≤ 4 000 W, en (8) massa in rijklare toestand ≤ 270 kg, en (9) uitgerust met maximaal twee zitplaatsen, met inbegrip van de bestuurderszitplaats]. Een slimmerik opperde dat dit zou kunnen betekenen dat de eWAW ook een maximumsnelheid van 45 km/u mag hebben omdat ie tot de categorie L2e moet behoren om er dan van uitgezonderd te worden. Als je de redenering van zijn broertje in de andere paragraaf, de Pedelec, volgt moet gelukkig enkel de ondersteuning dan gelimiteerd worden, niet de fiets. Vanaf 2023 houden we de acceleratiehulp voor alle zekerheid officieel op 45 km/u. Dat maakt het SPISsen des te leuker. (SpeedPedelec Inhaal Syndroom).
Wegcode:
Snelheidsbeperkingen:
Algemene snelheidsbeperkingen gelden ook voor fietsen en rijwielen.
Het standpunt van de Vlaamse Waterweg is dat de snelheid op de jaagpaden maximaal 30 km/u is. (Er zijn mij geen gevallen bekend waarbij dit afgedwongen werd, terwijl de jaagpanden van oudsher als dé fietssnelwegen functioneren. Het is natuurlijk verstandig en beschaafd om zich aan te passen aan zowel tragere als snellere weggebruikers.)
Plaats in het verkeer:
Algemeen in de EU: rijwielen horen op de rijbaan maar mogen op het fietspad.
In Nederland moeten rijwielen minstens 75cm breed zijn om op het fietspad te mogen. De WAW haalt dat nét.
In Belgie zegt de wegcode sinds oktober 2022 dat velomobielen bij snelheidsregimes van 50 km/u en minder op de rijbaan mogen rijden, zelfs wanneer er een fietspad is.
Op de "steenwegen" van 70 km/u zou je dus op het fietspad moeten rijden, tenminste indien dat er is én berijdbaar is. Bij mijn weten is er geen heldere definitie van berijdbaarheid. Indien twijfel, pak de baan! Gebruik uw verstand.
Praktisch:
De eerste vuistregel is aan te sluiten bij de verkeersdeelnemers waarvan de snelheid het dichtst die van de WAW benadert - meestal is dat de weg. Bij traag verkeer kan je dan uitwijken naar het fietspad, maar dan moet je je snelheid ook aanpassen aan die van de fietsers. Om zo conflictloos mogelijk te rijden in het verkeer is een hulpmotor een essentieel voordeel.
De tweede vuistregel is: In geval van twijfel: gebruik de weg. De meeste ongelukjes met velomobielen gebeuren op het fietspad (opritten, zijwegen, ...). Dankzij de goede bescherming van de rijder hebben ook incidenten met auto's zelden fysieke schade tot gevolg. Belangrijk is: te zijn waar je verwacht wordt. Het menselijke brein neemt enkel waar wat het verwacht!
Aanrijdingen achteraan zijn een basale angst maar komen hoogst zelden voor.
De derde vuistregel is: Fietspaden zijn historisch NIET aangelegd ten behoeve van de fietsers, maar om de auto vlot te laten doorrijden. Dat was tot een decennium geleden zeker zo, en is nu wel aan het beteren nu biomobiliteit meer voor vol aanzien wordt. Fietssuggestiestroken geven dikwijls precies de strook aan die te mijden valt i.v.m.. openslaande portieren. Fietspaden zijn soms goedbedoeld maar ver geraak je er niet mee. Zo'n klinkerstrookje kan nuttig zijn voor moekes met kindjes maar als snelfietser laat je die ondingen beter rechts liggen. De ideale biotoop voor de velomobiel is natuurlijk het jaagpad of de fietssnelweg.
Een vierde: Indien je staande gehouden wordt door een agent, ga niet in discussie want de agent zelf wordt niet verondersteld (heel) de wetgeving te kennen, en moet enkel kunnen schrijven. Leg het kort en rustig uit, laat je gegevens noteren, als het tot bij de politierechter geraakt zal die de wet toepassen en voor zover wij weten wordt er daarna nooit meer iets van gehoord.
Specifiek voor België geldt:
Hou het veilig voor jezelf, elke boete is goedkoper dan een dag hospitaal of erger. Als ondernemer moet ik hier schrijven: volg de wet.
Papierwerk:
Verzekering:
Er is geen motorrijtuigverzekering nodig, of zelfs mogelijk, noch als brommer noch als Speed Pedelec. Wel is het verstandig eens te kijken of uw burgerlijke aansprakelijkheid als weggebruiker gedekt is in uw familiale, en raden wij wél een verzekering pechverhelping (bv. VAB) en rechtsbijstand aan. Meer info op de pagina Verzekeren.
Homologatie
van een al dan niet elektrische velomobiel of trike als 'Speed-Pedelec' of 'bromfiets klasse B' is niet mogelijk omdat ze niet tot deze voertuigcategorieën behoren.
Nummerplaat of gelijkvormigheidsattest
is voor een rijwiel niet nodig, niet wenselijk en niet mogelijk.
Speed Pedelec
De Europese wetgeving laat een hiaat wat betreft TWEEwielers >25 km/u, daarvoor werd in Belgische wetgeving de term Speed Pedelec bedacht. Drie- en vierwielers van hier expliciet buiten, aangezien de Belgische wetgever de Europese wetgeving moet volgen m.b.t. de categorieën.
Alle elektrische tweewielers (bak- en bukfietsen), die door Fietser.be gebouwd worden, vallen wettelijk binnen de categorie van de Pedelec (<25 kpu, <250W) (Fiets met Elektrische Hulpmotor).
Wie bij ons advies vraagt rond een snelle elektrische fiets die EFFECTIEF 45 km/u een tijd kan aanhouden, zullen we niet dikwijls een Speed Pedelec aanraden. Net als een motorfiets is een elektrische tweewieler prima voor recreatief gebruik, bij goed weer en op niet al te lange afstand. Maar dan is er nog een alternatieve transportmodus nodig bij regen, ijzel of gewoon koude. Wie een snel, praktisch en veilig voertuig voor dagelijks gebruik op lange afstand zoekt, kan redelijkerwijs niet anders dan bij de trike of velomobiel uitkomen. Daarom verkopen we zelden tweewielers die 45 km/u rijden, enkel drie- of vierwielers.
Fietsvergoedingen:
Elk rijwiel, trike en velomobiel, elektrisch ondersteund of niet, komt in aanmerking voor dezelfde fiscale voordelen als de gewone fiets.
Fiscaliteit:
"Overeenkomstig artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) is de kilometervergoeding toegekend voor de werkelijk met de fiets gedane verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling voor een bedrag van maximum 0,22 euro per kilometer (voor het aanslagjaar 2017) vrijgesteld van inkomstenbelasting. Ook het voordeel dat voortvloeit uit de terbeschikkingstelling van een fiets en de toebehoren, met inbegrip van de onderhouds- en stallingskosten, die daadwerkelijk wordt gebruikt voor de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling is een vrijgesteld inkomen."
Wij gaan er van uit dat de fiscale voordelen op fietsen (fietsvergoeding en voordeel alle aard belastingvrij, aftrek 120% fietsgerelateerde kosten) gewoon gelden voor rijwielen. Immers:
"Het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 stelt dat de fietsvergoeding een kilometervergoeding is "voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling". Wat een "fiets" is wordt verder niet gedefinieerd."
(bron: www.dekamer.be )